“Jochem had al een heel ggz-traject achter de rug. Hij had alleen nog een ambulant begeleider. Die kwam één keer in de week,” vertellen Marjan en René, de ouders van Jochem. “Jochem lag alleen maar in zijn bed. Hij ging niet meer naar school, maar werken wilde hij ook niet. We zagen hem bijna niet, want hij kwam ’s nachts uit bed om te eten. Wat hij en zijn begeleider hadden afgesproken deed hij meestal niet en van ons trok hij zich niks aan. Hij negeerde ons. Als er al contact was, dan was het ‘niet gezellig’.”
Kiezen tussen kinderen
Jochems ouders vertellen dat de sfeer in het gezin er erg onder leed. Naast Jochem zijn er nog twee jongere zussen in het gezin. “Je hebt soms het gevoel dat je moet kiezen tussen je kinderen, heel lastig,” vertelt Marjan. “Dan vroeg ik één van zijn zussen om de tafel te dekken en dan vroeg ze waarom Jochem nooit iets hoefde te doen. Ja, dat begreep ik dan wel.” “Maar we wilden hem ook weer niet te veel pushen,” zegt René. “Het lukte ons echter niet hem in beweging te krijgen, hoewel we van alles hebben geprobeerd en hebben aangeboden.”
Helder en duidelijk
Op een gegeven moment gingen ze met de gemeente rond de tafel en de gezamenlijke conclusie was dat het het beste was als Jochem uit huis ging. “We wilden hem niet op straat zetten en wilden hem zeker niet loslaten. Het Cimot kwam toen met het idee van Op de Proef. Dat leek ze goed een goede optie voor Jochem,” aldus Marjan. “Dat kende ik niet, hoewel ik zelf ook in de zorg werk.” René vult aan: “Hij is er met zijn begeleider naar toe gegaan. Hij kwam terug en zei ‘het lijkt me wel wat’.” “Verder vertelde hij niets. We dachten ‘nou ja het moet maar, hij heeft het zelf uitgekozen’,” zegt Marjan. “We hadden wel veel vragen dus ik belde met Natasja van Op de Proef. Ze zei: ‘Ik geef jullie geen informatie, wacht maar tot de informatieavond.’ Ik was verbaasd, maar we zijn naar de avond toegegaan en daarna hadden we geen enkele vraag meer.” Dat vindt ook René: “Alles was helder en duidelijk. Ja, we hadden er veel vertrouwen in door hoe ze er in stonden. Ze zeiden: ‘Geef ons de tijd en laat het op onze manier doen.’”
Ontroering
Ze brachten hem naar Almelo om naar Ameland te gaan. “Toen hij daarvan terugkwam, vertelde hij niet veel, maar wel zei hij ‘het is heftig geweest, maar wel goed. Ik heb zin om door te gaan’.” Ze vertellen over een voorval na de eerste groepssessie in Almelo. “Hij kwam thuis met een groepsgenoot. Hij had verteld dat hij nog drugs gebruikte. Hij schaamde zich daarvoor tegenover zijn groepsgenoten. Een andere jongen van Op de Proef is toen met hem meegegaan naar huis om zijn drugs op te halen en weg te gooien.” Marjan is ontroerd: “Zo mooi dat zijn groepsgenoten hem hebben aangesproken. Hij is ook altijd trouw naar de groepssessies gegaan, want hij haalde er iets. Kwam er echt vroeg zijn bed voor uit. Hij vertelde daar niet zoveel over. Wel werd het hem duidelijk dat hij eigenlijk niet zoveel te klagen had gezien zijn leven hier. ‘Ik word niet geslagen, we hebben geen schulden, jullie zijn niet gescheiden, er is geen criminaliteit, enz. enz.’ Hij zag dat de andere jongeren soms veel heftiger problemen hadden.”
Opluchting
Op een gegeven moment was er een kamer beschikbaar voor Jochem. Daarvoor moet hij natuurlijk huur betalen. Maar hij werkte niet en had ook geen uitkering. “Iedereen was het er mee eens dat hij uit huis ging. Wij, de begeleiding en Jochem zelf ook. Maar hij vond maar geen geschikt werk. Gelukkig heeft hij leuk werk gevonden bij een horecazaak in Almelo.” Marjan vertelt over de verhuizing. “De dag van de verhuizing lag hij nog in bed, hij had nog niets ingepakt. Ik zei tegen René, laten we het nog een keer overnemen. Ik was altijd aan het regelen voor hem: opruimen, zijn administratie enz. Dus nog een keer helpen, met inpakken. We hebben hem die zaterdag verhuisd en het ging heel harmonieus. We hebben samen nog wat spullen voor zijn kamer gekocht. De volgende dag belde hij: ‘Mama, ik moet de vloer dweilen, kan ik daar allesreiniger voor gebruiken?’ Ik schoot haast vol. Dat zo’n vraag je zoveel kan doen. Ik was opgelucht, hij voelt zich veilig om zijn moeder ‘in nood’ een vraag te stellen. Hij houdt contact!”
Op zijn plek
Beide ouders en zijn zusjes vonden het fijn dat hij uit huis was. “Hij drukte een stempel op de sfeer in huis en als hij er nu is, is het gezellig,” vindt René. Dat beaamt Marjan: “Ik vind het fijn dat hij de mensen kent bij wie hij op kamers zit en dat de begeleiding dichtbij is. Ik weet dat hij goed op z’n plek zit. Daardoor maak ik me geen zorgen en kan ik het loslaten. Er bovenop zitten is niet meer nodig.”
Oudergesprek
Meestal wordt er ook een ‘oudergesprek’ gehouden tijdens het traject. Dan schrijven ouders en jongere elkaar een brief. De brief van de jongere wordt voorgelezen aan de ouders (met de andere ouders erbij). De brief van de ouders wordt door de jongere gelezen in bijzijn van de begeleider. Daarna komen ze samen en bespreken ze beide brieven. “Dit vonden we heel pittig en heel zwaar. Zowel wij als Jochem schreven de brief over een moeilijke periode die we met elkaar doormaakten.” Ze geven aan dat het geholpen heeft. “Om alles een keer te kunnen vertellen zonder dat iemand wegloopt of gaat schreeuwen. We hadden het er wel vaak met over elkaar over gehad maar nu gebeurde het in rust. En we hadden er van tevoren over nagedacht bij het schrijven van de brief.” Dit is Marjan en René zo goed bevallen dat ze deze werkwijze nu ook gaan toepassen samen met de begeleider tussen Jochem en zijn zussen. “Er is wel wat kapot In de relatie, maar we gaan ervan uit dat dit wel hersteld kan worden.”
Opmerkelijke verandering
René vindt de verandering opmerkelijk na ruim een half jaar. “Hij is veel opener geworden. Dat hadden wij bijna twee jaar niet gezien. Nu eet hij soms mee en blijft hij na het eten hangen. Laatst is hij zelfs bij zijn opa op bezoek gegaan. En we hadden een gezellige barbecue in de tuin. Lekker kletsen met elkaar! Daar ben ik zo blij en dankbaar voor.” Marjan: “Hij reageert bijvoorbeeld op berichten in onze groepsapp. Dat is ook een hele verandering. In het laatste half jaar hebben we meer contact met hem gehad en dan in de drie jaar daarvoor.” Ze zijn het erover eens: “Het was het juiste moment en het was zijn eigen keus. Het groepsproces heeft ook heel erg bijgedragen. De groepsgenoten helpen elkaar. Ze stellen elkaar vragen en geven elkaar doelen. Dat werkt voor Jochem heel goed.”
Marjan zegt tot slot: “Ik heb veel vertrouwen in Jochem en in zijn begeleiders. De betrokkenheid van de begeleiders is heel prettig. De jongeren zijn geen nummer. Ze geven echt om Jochem. Ze willen echt dat het goed met hem gaat!”