Delano (20 jaar) heeft meegedaan aan de eerste groep van Op de Proef in 2022. “Ik deed bij De Weerde het voortraject voor begeleid wonen en mijn begeleidster dacht dat Op de Proef wel bij mij zou passen. Voor mij hoefde het niet. Ik ging het liever uit de weg, want ik vond het spannend. Maar mijn vader zei ‘als je hulp kunt krijgen, moet je het gewoon proberen’.”
Hoe zag je leven eruit voor Op de Proef?
Ik woonde bij mijn vader, stiefmoeder en -zusjes. Ik luisterde niet naar ze en had veel ruzie thuis. Bijvoorbeeld over opruimen of corona. In ons gezin speelde in het verleden huiselijk geweld in combinatie met drugs en alcohol. Ik was gestopt met mijn vervolgopleiding, omdat die niet bij me paste. Ik werkte wel, in een magazijn, maar mijn leven stond stil. Het was tijd om uit huis te gaan, ik dacht ‘dat kan ik wel’.
Ameland
In de bus naar Ameland zonderde hij zich zoveel mogelijk af met zijn koptelefoon op. Op Ameland tijdens de muziekavond en de eerste groepssessie kwamen er veel emoties bij hem en de andere deelnemers naar boven. “Aan het eind van de week vormden wij al een hechte groep.” Dat komt volgens hem door het erkennen en herkennen van elkaars problemen. “Daarmee kunnen we elkaar helpen en door de anderen krijg je ook inzicht in je eigen gedrag en hoe je dat kunt veranderen.”
Leermoment
Een belangrijk moment tijdens het traject was een gesprek dat hij meekreeg tussen Michel en een groepsgenoot. “Hij gaf degene de tip om een uur naar een muur te kijken en de gevoelens te laten komen. Ik ben dat toen zelf ook gaan doen en ik kreeg allerlei nare herinneringen aan vroeger. Hoewel ik EMDR en cognitieve gedragstherapie heb gedaan, was er blijkbaar nog veel waar ik mee zat.”
Werken aan jezelf
Tijdens de 11 weken in Almelo is Delano zelf aan de slag gegaan met het werkboek. “Dat hielp me echt. Wat is mijn hulpvraag? Wat houdt me tegen? Als je de oorzaak weet, kan je er mee aan de slag.” Waar hij ook veel van geleerd heeft, is van de brief die hij aan zijn moeder schreef. “Die heb ik niet opgestuurd, maar het voorlezen ervan heeft me veel gebracht. Hoe ik naar de situatie kan kijken en hoe ik me erbij voel.”
Elkaar helpen
Met groepsgenoot Ron heeft Delano een fijne band. “We herkenden veel in elkaars situatie en op Ameland zaten we bij elkaar op de kamer. Van hem leerde ik geduld te hebben en meer zelfvertrouwen te krijgen.” Op zijn beurt kon Delano voor anderen wat betekenen door goede tips te geven. “Ik ben vrij direct en als ik wat zie wat niet goed gaat of juist wel, dan zeg ik het ook! Constructieve feedback!” Hij zegt dat ze elkaar in de groep helpen. “En ik vind het bijvoorbeeld leuk om te zien dat iemand die eerst heel verlegen was, nu het voortouw neemt.”
Monopoly
Zijn leven verliep tot nu toe best chaotisch. “Er werden al grapjes gemaakt dat er van mijn leven wel een ‘Monopoly-spel’ gemaakt kon worden. Dan had ik weer wat op de rit en dan ging er weer iets anders fout.” Zo kreeg hij bijvoorbeeld te maken met moeilijkheden rondom zijn studiefinanciering. Hoewel hij al jaren helemaal geen contact met zijn moeder meer heeft, telde haar inkomen wel mee en zou hij veel geld terug moeten betalen en geen beurs meer krijgen. “Dat was echt een hel, maar mijn begeleider heeft mij mee geholpen om het weer in orde te krijgen.”
Hoe gaat het nu met je?
Halverwege het traject ging Delano uit huis en begeleid wonen bij De Weerde. “Ik werkte eerst nog bij het magazijn, maar later ging ik in de thuiszorg werken, schoonmaken bij ouderen. Daar leerde ik veel van, voor mijn eigen huishouden.”
“Ik ben meer dan tevreden! Het gaat goed met mij, ik heb net de propedeuse van mijn nieuwe hbo-studie afgerond en heb het er erg naar mijn zin. Ik heb leuke leraren en leuke medestudenten. Ik heb nu alleen nog ambulante begeleiding en sta op de wachtlijst voor een eigen woning. Ik zou later graag leraar willen worden in mijn vakgebied.
Mensen zeggen dat ik er veel beter uitzie, opener en zelfstandiger ben. Ik ben veranderd in hoe ik de dingen aanpak, moeilijke of spannende dingen. Die deed ik voorheen gewoon niet. Nu doe ik ze wel.” Op moeilijke momenten doet hij de ‘muuroefening’. “Hoewel ik niet letterlijk een uur naar de muur kijk, heb ik geleerd het gevoel te ‘verdragen’. Ik zoek geen afleiding, maar het mag er zijn. Ik laat het toe en kan er kalmer over gaan denken. Wat moet ik doen om verder te gaan met mijn leven? Het rustig aanpakken, geen paniek.” ’Vroeger kon hij niet zonder muziek, een boek of mijn mobiel. “Nu kan ik zonder, ik heb me leren vervelen. Ik kon niet met verveling omgaan, want als ik me verveelde gingen mijn gedachten alle (nare) kanten op.”
Heb je nog een tip voor jongeren die twijfelen over Op de Proef?
“Gewoon gaan.”
“Met mijn zoon (21) heb ik een heel traject doorlopen tot de diagnose ‘autisme’ werd gesteld. We kregen hulp van Dimence en daar kwamen we in aanraking met Op de Proef. Hij liep vast en zat in de knoop met zichzelf, zowel thuis als op school. Ook was hij een beetje depressief. Ik heb veel meegemaakt met hem, best zwaar, omdat ik er alleen voor sta als moeder.”
Zorgen maken
Gelukkig is haar zoon niet depressief meer. “Ik wist niet hoe ik daar mee om moest gaan. Bij Op de Proef kreeg hij meer rust. Vanwege zijn autisme zat zijn hoofd vol. Dat leidde soms tot irritaties en ruzies thuis, maar ik wist niet wat er aan de hand was. Ik stond er mee op en ging er mee naar bed. Ik maakte me erge zorgen. Ik wist het ook niet meer.”
Loslaten
Tijdens Op de Proef heeft ze haar zoon zien groeien. “Maar het was heel zwaar voor ons allebei.” Want haar zoon ging al eerder op zichzelf wonen dan Shurly dacht. Haar zoon stond op de wachtlijst voor begeleid wonen. “Mijn zoon loslaten, daar heb ik heel veel moeite mee. We zijn heel close en dat vond ik heel spannend. Ik dacht dat dat nog wel twee jaar zou duren, maar nu is hij al eerder op zichzelf gaan wonen, bij de kamertraining.” Een keer in de week komt hij bij zijn moeder eten. “Hij wilde soms niet weg.”
Heftig voor allebei
Een heftig moment tijdens Op de Proef was de brief die hij aan zijn moeder schreef en ook aan haar voorlas. Ook Shurly schreef een brief aan haar zoon. “Ik vond het heel heftig om te horen, maar ik heb de brief zeker bewaard. Wat ik hoorde was niet schokkend, maar hij wilde graag dat ik zou zeggen ‘ik moet je loslaten’. En dat heb ik gedaan, want dat was erg belangrijk voor hem. Het was alsof mijn hart in stukken brak. Ik voelde pijn, ik wil hem niet in de steek laten. We hebben allebei gehuild.” Shurly vond de veranderingen erg heftig. Bijvoorbeeld met haar zoon die op zichzelf ging wonen, maar ook voor andere dingen. Ze zocht zelf ook hulp, want ze voelde zich down. Het gaat nu weer beter met haar. “Ik mistte mijn zoon erg, maar ik praat met mensen en doe leuke dingen. Ik vind het fijn om te zien hoe goed het met hem gaat. Dat had ik niet kunnen denken!”
Volwassener
Haar zoon is erg veranderd. “Volwassener. Hij kookt nu zelf, doet de was en ruimt zijn kamer op. Ook heeft hij contact met andere jongeren. Hij is nu zelfs drie weken op vakantie met een vriend, ver weg. Dat had ik nooit gedacht.” De voorbereidingen voor de verre reis heeft ze samen met hem gedaan. “Dat vond ik erg fijn om hem te helpen, met het regelen van inentingen bijvoorbeeld en ook zijn we samen wezen shoppen.” Ze is erg trots op haar zoon. “Vorig jaar heeft hij zijn school afgemaakt en zijn diploma gehaald. En hij groeit nog steeds. Hij gaat samen met zijn werkcoach op zoek naar een baan. Hij krijgt de ruimte en tijd om te kijken wat er bij hem past.”
Betrokken
Shurly is erg te spreken over de begeleiding. “Als ik iets wil weten, vraag ik het. Of ze bellen me zelf op om wat over mijn zoon te vertellen. Ik voel me betrokken. Ik hoef het niet alleen te doen.” Wat ze heeft geleerd is dat zij ‘moeder’ moet zijn in plaats van de ‘bezorgmoeder’. “Ik ben er voor hem als hij me nodig heeft.”
Vanwege de vakantie van haar zoon en aansluitend haar eigen vakantie ziet zij hem twee maanden niet. “Dat vind ik heel zwaar! Maar dat ik hem met de voorbereidingen heb geholpen geeft me wel rust. Ook heeft hij al gebeld dat het goed met hem gaat.” Na de vakantie ziet zij al haar kinderen weer en ook heeft ze nog een leuk uitje naar Disneyland gepland in het najaar met z’n allen. Een leuk vooruitzicht!
Zijn je verwachtingen uitgekomen?
“Mijn verwachtingen voor Op de Proef zijn zeker uitgekomen en zelfs boven verwachting. Dat het echt werkt, is uitgekomen, ik heb alle deelnemers op hun eigen manier echt zie groeien. En dat het echt een ‘community’ is geworden. En dat het nog minder protocollair is dan ik voor ogen had. Het is nog minder ‘standaard hulpverlening’. En ik vind het ‘boven verwachting’ dat we altijd een weg weten te vinden die anders is, ‘gekke’ oplossingen. Het is trial-and-error. De flexibiliteit van het team en van de jongeren. En boven verwachting is wat er mogelijk is in groei!”
Als je Op de Proef zou moeten omschrijven in een paar woorden wat zouden die dan zijn?
Verbinden, verdragen, uit je comfortzone, samen leren en tough love
Verbinden: Alles in verbinding. Zolang wij hier zijn, ben je altijd welkom. Of het nu is over 5 of 10 jaar. Wij committeren je aan jou, jij committeert je aan ons en aan de groep. Dat geeft veiligheid en dat maakt dat je uit je comfortzone kan stappen. Veiligheid en ‘enge dingen’. Het pendelen hiertussen. Ik doe ook enge dingen. Ik heb bijvoorbeeld last van hoogtevrees, maar ik sta daar wel op die hoge bungeejump-toren in een ‘tuigje’.
Verdragen: Wat we de jongeren en onszelf leren. Het verdragen van problemen en rottige gevoelens. Die zijn er, maar ze zijn niet je leven. Je hoeft het niet meteen te fixen met drugs, alcohol, seks, gamen, enz. We dragen het samen. Door te delen, erkennen en herkennen van die gevoelens leer je er mee omgaan. Dat is het leven. Die gevoelens zijn niet je leven.
Samen leren, wijsheid. Mooi om te zien hoeveel ‘wijsheid’ de jongeren hebben en ontdekken bij zichzelf. Hoe ze elkaar briljante adviezen geven.
Tough love: we spreken het uit. Je kunt je niet verschuilen, ga het maar doen! We spreken aan, we doorbreken, we zijn stevig en sterk. We confronteren. We duwen je over het randje. Maar we staan naast, achter, boven en onder je. Maar we zijn ook 100% fluffy!
Wat valt je op als jongeren een traject van 12 weken hebben doorlopen?
Ongelofelijk hoe hun uitstraling verandert. Ze stralen kracht en zelfverzekerdheid uit. En ze hebben ‘taal’, ze kunnen verwoorden wat ze voelen en ervaren. Ze hebben connecties hersteld met de mensen om hen heen. En hier nieuwe connecties gemaakt.
Fayenn (19) heeft al een keer aan een traject van 12 weken van Op de Proef meegedaan, maar gaat nog een keer mee. “Ik was bezig om mensen om mij heen los te laten. Dat was echt nodig. Nu ik weer mee ga, heb ik de tijd om naar mezelf te kijken. Ik heb er echt zin in. Ik heb er ook vertrouwen in, omdat ik heb gezien dat het echt werkt.”
Voelde me gezond
De eerste keer dat ze aan Op de Proef meedeed, probeerde ze af te komen van enkele criminele familieleden. “Dat is gelukt, het gevaar is er af.” Eigenlijk wilde ze niet meedoen. “Ik had er nul zin in. Maar bij het intakegesprek had ik meteen een vertrouwd gevoel bij Michel en Natasja. En dat heb ik nauwelijks bij mensen. Ze straalden zoveel rust en begrip uit, dat kwam echt bij me binnen. Daarbij vind ik het fijn dat ze ervaringsdeskundig zijn.”
“Ik wilde niet meer naar Ameland, ik zag er tegenop omdat ik verslaafd was en geen drugs mee mocht nemen. En elke dag dingen doen: verschrikkelijk! Ik zat alleen achterin de bus en negeerde iedereen. Maar op de veerboot naar Ameland ging het wel. Ik zat naast iemand die zich hetzelfde voelde, we hadden er allebei geen zin in! Vanaf toen werd het gezellig. Al de eerste week veranderde er veel, ik had een vol en leeg hoofd tegelijk. De dagen gingen snel voorbij. Ik sliep ook goed, omdat ik moe was. Door mijn gebruik sliep ik eigenlijk altijd slecht. Dus nu voelde ik me heel gezond. Bij het ontbijt kreeg ik kippenvel, ik ontbeet nooit! Ik kreeg echt de motivatie om door te zetten.”
Loslaten
“Voor ik aan Op de Proef meedeed, was ik een junkie die veel in bed lag en depressief was. Ik had nergens zin meer in, zag geen vrienden meer en had overal lak aan. Ik woonde al vanaf mijn 2e in een pleeggezin en vanaf de pubertijd verhuisde ik naar verschillende plekken vanuit de crisisopvang. Dat had er mee te maken dat mijn oom crimineel is en mij opzocht. Dat was gevaarlijk. Daarom ben ik meerdere keren verhuisd. Ook ben ik nog een tijdje heel erg ziek geweest.”
“Omdat mijn zusje nog wel contact had met mijn oom, bleef ik bij de criminele kant van mijn familie betrokken. Ik vond het lastig om haar los te laten, ik loste veel voor haar op. Zij was echt alles voor mij. Maar sinds kort besefte ik dat het voor mij beter is om geen contact meer met haar te hebben. Dus heb ik afstand van haar genomen. Hoe moeilijk ook.”
Mijn manier werkt niet
“Mijn hele leven heb ik alles op mijn eigen manier gedaan. Ik had alleen mezelf. Ik weet nog dat ik nog niet zo lang geleden met mijn begeleidster een gesprek had waarin ik zei ‘ik kan het niet op mijn eigen manier’. Ik ben er trots op dat ik dat door heb gekregen. Ik geef me over aan een begeleidster die ik nog geen half jaar ken. Maar ik besefte echt dat mijn manier niet werkt en niet heeft gewerkt. Voor dit gesprek luisterde ik al wel naar de begeleiding en deed wel wat ze zeiden. Ik vertrouwde erop dat ik gewoon moest doen wat ze zeiden, maar pas in dat gesprek besefte ik het echt.”
Zin in mijn toekomst
“Ik ben in 12 weken zo gegroeid. Ik leerde veel van de mededeelnemers en de begeleiders. Ze zijn soms streng, maar dat is alleen maar goed bedoeld. En het geeft me motivatie om het beter te doen. Ook aan het werkboek heb ik veel gehad. Daarin stond steeds precies wat ik dacht! Fijn om mee te werken, je merkte echt dat je bezig was. En daarin stond je niet alleen, iedereen was er mee bezig. En, ik vind het raar om dit toe te geven en ik had het niet door, maar ik heb een goede impact op de andere deelnemers. Door de adviezen en doelen die ik ze geef blijkbaar.”
“Het gaat nu echt heel goed met me, niet elke dag heel goed, maar dit had ik nooit verwacht! Ik heb zin in mijn toekomst! Als sinds mijn 13e wil ik begeleider worden en nu ga ik de opleiding persoonlijk begeleider maatschappelijk zorg volgen. Ik voel me geen zombie meer, maar levendig! Ik pak dingen op, ik ben op de goede weg!”
Welke tip zou je jongeren geven die vastlopen maar twijfelen over Op de Proef?
Gewoon doen! Je krijgt er zo geen spijt van. En wat heb je te verliezen?
“Na onze scheiding woonde Jonas (nu 20 jaar) eerst bij mij, maar ik trok het op een gegeven moment niet meer. Hij gleed steeds verder af, was woest, agressief en verdrietig. Toen heb ik hem uit huis gezet en ging hij bij zijn vader wonen. Dat brak mijn hart, maar ik kon niet meer.” Aan het woord is Jenny. “Mijn ex-man is via MEE IJsseloevers bij Op de Proef gekomen. Onze zoon Jonas kon ook niet meer bij hem thuis wonen en zij adviseerden toen Op de Proef.”
Gepest
“Dat Jonas anders was, dat zag je al van kleins af aan. Het werd steeds duidelijker hoe ouder hij werd. Al vanaf groep 3 vond hij geen aansluiting. We vermoeden al dat hij een vorm van autisme had, maar bij alle hulptrajecten liepen we tegen muren op. Jonas is een heel gevoelig kind en hij kan heel goed over zijn emoties vertellen. In groep 5 werd hij heel erg gepest. Daarna hebben we hem naar een kleine school gedaan, maar zijn zelfvertrouwen was op dat moment al tot nul gereduceerd. Ook in zijn nieuwe klas werd hij gepest. Jonas zei regelmatig dat hij net zo goed dood kon zijn. Op het speciaal onderwijs krabbelde hij wel weer wat op, maar bij het vervolgonderwijs ging het eigenlijk weer mis. Jonas kon niet plannen en zijn huiswerk deed hij niet. Hij was heel ongelukkig en regelmatig was hij woest of juist verdrietig. Weer naar een andere school, maar ook daar was hij moeilijk te ‘handelen’. Op een gegeven moment kwam ik bij een jeugdhulpverlener via de huisarts. “Ik kwam binnen, hij keek me aan en hij zei ‘je zult wel moe zijn’. Hij had het hele dossier doorgelezen. Daarna is, toen Jonas bijna 16, was de diagnose autisme gesteld. Dat gaf ons verdriet, maar ook wel opluchting. Hij ging een pubertraject in en wij een oudertraject. Toen ging het wel weer wat beter met hem, maar het ging met golven op en neer. Hij heeft met hakken over de sloot het examen van de middelbare school gehaald. Op zijn nieuwe school (het ROC) was hij na drie weken ingestort en daarna deed hij een BBL-traject. Werken en leren. Dat heeft hij bijna een jaar volgehouden, maar hij ging niet naar school en op zijn werk was hij ook weer onhandelbaar. En werd ontslagen.”
Een nieuw leven
“Zes februari, de dag dat hij naar Ameland, ging is een dag om te vieren! Hij zegt ook ‘dat is de dag dat mijn nieuwe leven begon!’ Het weekend voor hij ging, was hij maar aan het beven en hyperventileren. ‘Ik maak er liever een eind aan’ zei hij. Maar ik had echt zoiets van: hij moet echt mee naar Ameland.” Met veel moeite is hij gegaan. “Dat is heel goed voor hem geweest! Toen hij daarvan terugkwam, kwam er al een ander kind uit de bus. Hij had een open blik omdat hij niets had gebruikt.” De vijf dagen op Ameland vindt Jenny een goed begin. “De jongeren moeten er gelijk compleet in. Ze worden met zichzelf geconfronteerd. “Per week zag ik hem vervolgens milder, zachter en helderder worden. Hij begon ook te praten. Echt, hij knapte zienderogen op!”
Heftig moment
Het ouder-kindmoment dat onderdeel is van Op de Proef, heeft Jenny als heel heftig en intens ervaren. “Toen werd het voor mij duidelijk dat hij een gok- en drugsverslaving had. Dat verklaarde veel van zijn gedrag. De jongeren gingen apart met begeleiders de brieven lezen van de ouders en de brieven van de jongeren werden om de beurt door elke ouder hardop voorgelezen. Wildvreemden, maar je schiet bij de eerste brief al vol. De brief van Jonas ging over zijn verslavingen en zijn seksualiteit. Ook vertelde hij dat hij vier uur bij het spoor had gezeten omdat hij aan zelfdoding dacht. Dan komt je kind terug en komt tegenover je zitten. Je moet elkaar dan aankijken zonder wat te zeggen. Dat is met geen pen te beschrijven.”
Niet laten vallen
“Ik was cynisch over Op de Proef en tegelijk had ik hoop. Jonas weet zo goed om te gaan met hulpverleners en hij leidt ze als het ware ‘om de tuin’. Op de informatieavond zeiden ze ‘bij Op de Proef gebeurt het niet dat ze ons inpakken’. Ik was het vertrouwen In de hulpverlening compleet kwijt. Maar nu krijg ik het weer terug. Bij Jonas’ begeleidster kan ik alles kwijt. Ze houdt me op de hoogte en ze had ook echt goed door wat zijn situatie was. Bij Op de Proef laten ze Jonas niet vallen. Dat zeiden ze, maar dat bewijzen ze ook. Ze zijn er gewoon, ze zijn er echt.”
Naar zichzelf kijken
“Jonas is gewoon anders dan anderen. Dat blijft een zorg en die zorg is niet in zeven maanden weg. Ik heb 19 jaar zorgen om hem gehad en dat het zo goed gaat vind ik eigenlijk doodeng. Maar hij zegt dat hij leert bij Op de Proef wat ik hem al jaren zeg. Hij kan nu echt naar zichzelf kijken. De kracht van Op de Proef is dat de jongeren samen alles delen. Ze roepen elkaar tot de orde en spreken elkaar aan. Ze geven elkaar weekopdrachten en samen gaan ze er dwars doorheen. Dit is het beste wat Jonas kon gebeuren. Het voelt heel onwerkelijk.”
“Elke week eet hij bij ons en hij appt me dagelijks. Bij nieuwe spannende dingen trekt hij bij mij aan de bel. Onze band is goed! We kunnen samen lachen en grapjes maken, maar we hebben ook diepgaande gesprekken. Bijvoorbeeld over zijn vader en over zijn eigen seksualiteit. Jonas is nu echt wie hijzelf zijn wil. Hij wordt geaccepteerd door zijn familie en vrienden en maakt echte groei door. Laatst zei hij tegen me: ‘Mam, dat je me toen de deur uit hebt gezet is het beste wat je ooit hebt kunnen doen.’ Dat kwam erg bij mij binnen. Hij zei ook dat hij veel respect voor me heeft en in de brief bij het ouder-kindmoment schreef hij hoe trots hij was hoe ik het had gedaan. Ik was er altijd voor hem. Ik vond het fijn dat hij dat inzicht heeft gekregen.
Jonas weet nu voor het eerst dat hulp goed kan zijn. Hij is afgekickt en van zijn gokverslaving af. En hij is bij een bedrijf aan het re-integreren. Dat gaat zo goed dat hij binnenkort een contract krijgt. Vorige week stuurde hij mij een screenshot dat hij nu 7 maanden clean is. Wonderen bestaan echt!”
Tot slot heeft Jenny nog een boodschap aan ‘pesters’: ‘Pesten, doe het niet. Je maakt zoveel kapot.’
Als je Op de Proef zou moeten omschrijven in 3 woorden wat zouden die dan zijn?
Uniek – deze manier van werken binnen de zorg is ongebruikelijk. Binnen de verslavingswereld is het wel bekend, maar de kracht van de groep en de verbinding, dat zie je elders niet.
Rechtvaardig – we zijn ‘straight to the point’, accepteren geen bullshit. Je mag het oneens zijn met elkaar.
Mogelijkheden – de potentie die in de jongeren zit, de groei en ontwikkeling die ze doormaken. Als collega is dit ook interessant, je leert continu bij over processen.
Wat valt je op als jongeren een traject van 12 weken hebben doorlopen?
Ze hebben meer leren praten over hun gevoelens en ze hebben ervaren hoe het is om verbinding aan te gaan. Ze merken de overeenkomsten met de ander. Terwijl ze misschien in eerste instantie alleen de verschillen zien.
Wat is het verschil tussen Op de Proef en andere hulpverlening?
We bewandelen niet de gangbare paden, je moet de jongeren soms wakker schudden. Of de wacht aanzeggen, om een stap vooruit te kunnen maken. De meeste jongeren hebben veel ervaring met hulpverlening. En krijgen dan vaak de ‘zachte hand’. Dat heeft hun niet geholpen. De confrontatie met hun gedrag in de vorm van een pittig gesprek is soms nodig.
We kijken vanaf de basis/bodem, wat speelt daar? De basis van problemen ligt meestal in de geschiedenis. Begrip volgt over waarom ze doen zoals ze doen. Van daaruit kun je handvaten ontwikkelen. Zelf er meer ‘taal’ voor krijgen. Ze weten vaak niet waar hun gedrag vandaan komt. Als je dat weet, helpt het al. Wij zorgen voor die ondertiteling. Dat is een goed ingrediënt om stappen te kunnen maken.
“Jochem had al een heel ggz-traject achter de rug. Hij had alleen nog een ambulant begeleider. Die kwam één keer in de week,” vertellen Marjan en René, de ouders van Jochem. “Jochem lag alleen maar in zijn bed. Hij ging niet meer naar school, maar werken wilde hij ook niet. We zagen hem bijna niet, want hij kwam ’s nachts uit bed om te eten. Wat hij en zijn begeleider hadden afgesproken deed hij meestal niet en van ons trok hij zich niks aan. Hij negeerde ons. Als er al contact was, dan was het ‘niet gezellig’.”
Kiezen tussen kinderen
Jochems ouders vertellen dat de sfeer in het gezin er erg onder leed. Naast Jochem zijn er nog twee jongere zussen in het gezin. “Je hebt soms het gevoel dat je moet kiezen tussen je kinderen, heel lastig,” vertelt Marjan. “Dan vroeg ik één van zijn zussen om de tafel te dekken en dan vroeg ze waarom Jochem nooit iets hoefde te doen. Ja, dat begreep ik dan wel.” “Maar we wilden hem ook weer niet te veel pushen,” zegt René. “Het lukte ons echter niet hem in beweging te krijgen, hoewel we van alles hebben geprobeerd en hebben aangeboden.”
Helder en duidelijk
Op een gegeven moment gingen ze met de gemeente rond de tafel en de gezamenlijke conclusie was dat het het beste was als Jochem uit huis ging. “We wilden hem niet op straat zetten en wilden hem zeker niet loslaten. Het Cimot kwam toen met het idee van Op de Proef. Dat leek ze goed een goede optie voor Jochem,” aldus Marjan. “Dat kende ik niet, hoewel ik zelf ook in de zorg werk.” René vult aan: “Hij is er met zijn begeleider naar toe gegaan. Hij kwam terug en zei ‘het lijkt me wel wat’.” “Verder vertelde hij niets. We dachten ‘nou ja het moet maar, hij heeft het zelf uitgekozen’,” zegt Marjan. “We hadden wel veel vragen dus ik belde met Natasja van Op de Proef. Ze zei: ‘Ik geef jullie geen informatie, wacht maar tot de informatieavond.’ Ik was verbaasd, maar we zijn naar de avond toegegaan en daarna hadden we geen enkele vraag meer.” Dat vindt ook René: “Alles was helder en duidelijk. Ja, we hadden er veel vertrouwen in door hoe ze er in stonden. Ze zeiden: ‘Geef ons de tijd en laat het op onze manier doen.’”
Ontroering
Ze brachten hem naar Almelo om naar Ameland te gaan. “Toen hij daarvan terugkwam, vertelde hij niet veel, maar wel zei hij ‘het is heftig geweest, maar wel goed. Ik heb zin om door te gaan’.” Ze vertellen over een voorval na de eerste groepssessie in Almelo. “Hij kwam thuis met een groepsgenoot. Hij had verteld dat hij nog drugs gebruikte. Hij schaamde zich daarvoor tegenover zijn groepsgenoten. Een andere jongen van Op de Proef is toen met hem meegegaan naar huis om zijn drugs op te halen en weg te gooien.” Marjan is ontroerd: “Zo mooi dat zijn groepsgenoten hem hebben aangesproken. Hij is ook altijd trouw naar de groepssessies gegaan, want hij haalde er iets. Kwam er echt vroeg zijn bed voor uit. Hij vertelde daar niet zoveel over. Wel werd het hem duidelijk dat hij eigenlijk niet zoveel te klagen had gezien zijn leven hier. ‘Ik word niet geslagen, we hebben geen schulden, jullie zijn niet gescheiden, er is geen criminaliteit, enz. enz.’ Hij zag dat de andere jongeren soms veel heftiger problemen hadden.”
Opluchting
Op een gegeven moment was er een kamer beschikbaar voor Jochem. Daarvoor moet hij natuurlijk huur betalen. Maar hij werkte niet en had ook geen uitkering. “Iedereen was het er mee eens dat hij uit huis ging. Wij, de begeleiding en Jochem zelf ook. Maar hij vond maar geen geschikt werk. Gelukkig heeft hij leuk werk gevonden bij een horecazaak in Almelo.” Marjan vertelt over de verhuizing. “De dag van de verhuizing lag hij nog in bed, hij had nog niets ingepakt. Ik zei tegen René, laten we het nog een keer overnemen. Ik was altijd aan het regelen voor hem: opruimen, zijn administratie enz. Dus nog een keer helpen, met inpakken. We hebben hem die zaterdag verhuisd en het ging heel harmonieus. We hebben samen nog wat spullen voor zijn kamer gekocht. De volgende dag belde hij: ‘Mama, ik moet de vloer dweilen, kan ik daar allesreiniger voor gebruiken?’ Ik schoot haast vol. Dat zo’n vraag je zoveel kan doen. Ik was opgelucht, hij voelt zich veilig om zijn moeder ‘in nood’ een vraag te stellen. Hij houdt contact!”
Op zijn plek
Beide ouders en zijn zusjes vonden het fijn dat hij uit huis was. “Hij drukte een stempel op de sfeer in huis en als hij er nu is, is het gezellig,” vindt René. Dat beaamt Marjan: “Ik vind het fijn dat hij de mensen kent bij wie hij op kamers zit en dat de begeleiding dichtbij is. Ik weet dat hij goed op z’n plek zit. Daardoor maak ik me geen zorgen en kan ik het loslaten. Er bovenop zitten is niet meer nodig.”
Oudergesprek
Meestal wordt er ook een ‘oudergesprek’ gehouden tijdens het traject. Dan schrijven ouders en jongere elkaar een brief. De brief van de jongere wordt voorgelezen aan de ouders (met de andere ouders erbij). De brief van de ouders wordt door de jongere gelezen in bijzijn van de begeleider. Daarna komen ze samen en bespreken ze beide brieven. “Dit vonden we heel pittig en heel zwaar. Zowel wij als Jochem schreven de brief over een moeilijke periode die we met elkaar doormaakten.” Ze geven aan dat het geholpen heeft. “Om alles een keer te kunnen vertellen zonder dat iemand wegloopt of gaat schreeuwen. We hadden het er wel vaak met over elkaar over gehad maar nu gebeurde het in rust. En we hadden er van tevoren over nagedacht bij het schrijven van de brief.” Dit is Marjan en René zo goed bevallen dat ze deze werkwijze nu ook gaan toepassen samen met de begeleider tussen Jochem en zijn zussen. “Er is wel wat kapot In de relatie, maar we gaan ervan uit dat dit wel hersteld kan worden.”
Opmerkelijke verandering
René vindt de verandering opmerkelijk na ruim een half jaar. “Hij is veel opener geworden. Dat hadden wij bijna twee jaar niet gezien. Nu eet hij soms mee en blijft hij na het eten hangen. Laatst is hij zelfs bij zijn opa op bezoek gegaan. En we hadden een gezellige barbecue in de tuin. Lekker kletsen met elkaar! Daar ben ik zo blij en dankbaar voor.” Marjan: “Hij reageert bijvoorbeeld op berichten in onze groepsapp. Dat is ook een hele verandering. In het laatste half jaar hebben we meer contact met hem gehad en dan in de drie jaar daarvoor.” Ze zijn het erover eens: “Het was het juiste moment en het was zijn eigen keus. Het groepsproces heeft ook heel erg bijgedragen. De groepsgenoten helpen elkaar. Ze stellen elkaar vragen en geven elkaar doelen. Dat werkt voor Jochem heel goed.”
Marjan zegt tot slot: “Ik heb veel vertrouwen in Jochem en in zijn begeleiders. De betrokkenheid van de begeleiders is heel prettig. De jongeren zijn geen nummer. Ze geven echt om Jochem. Ze willen echt dat het goed met hem gaat!”
Karin Abbink, Esther Hoopman en Alexandra te Lintelo zijn casemanagers beschermd wonen bij het Cimot Almelo. Samen met hun collega’s Marijke de Witte en Veronique van Oostenbrugge zijn ze verantwoordelijk voor de toeleiding en monitoring van het beschermd wonen binnen centrumgemeente Almelo.
Wat doet het Cimot?
Ze leggen uit wat ze doen. “De doelgroep die wij bedienen zijn volwassenen vanaf 18 jaar, waarbij de grondslag psychische problematiek is, al dan niet in combinatie met LVB, psychosociale -en verslavingsproblematiek. Dit houdt in dat wij van aanmelding tot aan uitstroom beschermd wonen betrokken zijn bij een cliënt. Afhankelijk van de complexiteit van een casus zien wij de cliënt gedurende het traject, onder andere voor een evaluatie, herindicatie of uitstroomgesprek.” Als een cliënt niet in aanmerking komt voor het beschermd wonen hebben zij een adviserende rol richting verwijzers richting voorliggende voorzieningen als de maatschappelijke opvang en begeleid wonen.
Hoe is ervaring met Op de Proef?
Karin vertelt over de start van Op de Proef. “De Weerde kwam zelf met dit plan en de eerste cliënten zijn gestart. Ze zijn eigenlijk in een ‘gat’ gesprongen.” Alexandra vult aan: “Het is een andere aanpak van jongeren. Ze leren van elkaar en dat is heel helpend. Ze komen tot ontwikkeling. De ervaringsdeskundigheid die er is bij Op de Proef werkt ook heel goed.” Esther, Karin en Alexandra zijn het erover eens: “Wat ze bij Op de Proef doen en bereiken is iets uitzonderlijks. Ze zetten jongeren echt in hun kracht. Echt een cadeautje wat we hebben gekregen! De beschermd wonen trajecten zijn aanzienlijk korter en/of de zorgvraag is minder. De jongeren maken in een korte tijd zoveel stappen, echt bizar om te zien soms.” De drie collega’s lichten toe dat zij soms jongeren naar Op de Proef zien gaan die echt ver verwijderd zijn van de maatschappij. “Dan worden wij uitgenodigd voor de evaluatie en dan geloof je soms je ogen niet, dat kan gewoon niet. Hoe goed het dan gaat met een jongere. En dat er in het systeem zoveel gebeurd is. Dat contrast met hoe iemand begon en hoe hij of zij er na twaalf weken voor staat, is zo mooi!” Ze geven ook het voorbeeld van een cliënt die zei dat Op de Proef de eerste organisatie was die naar zijn ‘kern’ keek in plaats van naar zijn symptomen. Alexandra: “Op de Proef laat iemand op een andere manier kijken: wat wil jij met je leven?” De drie casemanagers ‘roemen’ de mensen bij Op de Proef. “Die maken het verschil. Ze hebben een bak ervaring en daarmee hebben ze goud in handen.”
Natuurlijk wordt het soms ook duidelijk dat iemand langer beschermd wonen nodig heeft. Esther: “De hulpvraag wordt dan door het meedoen aan Op de Proef heel duidelijk en inzichtelijk.” Alexandra vindt de evaluaties kwalitatief heel goed. “Ze geven een uitgebreid beeld.”
Voor welke jongeren is Op de Proef geschikt?
Alexandra vertelt dat het gaat om bijvoorbeeld jongeren met ASS, waar er problemen thuis of op school zijn (uitval) of jongeren die verslavingsgevoelig zijn. Esther geeft aan dat er wel de wil moet zijn bij de cliënt zelf om er iets aan te doen. “Je moet echt wel tot zelfreflectie in staat zijn, want er wordt veel van de cliënt gevraagd. Daarom is Op de Proef minder geschikt voor jongeren waarbij een zwaardere psychische problematiek speelt en waarbij (klinische) behandeling meer voorliggend is.” “Soms zie je dat jongeren al veel hulpverlening hebben gehad en een behoorlijke rugzak. Hulpverlening komt op een punt dat ze vast lopen en niet goed weten hoe verder?” vertelt Alexandra. “Natasja van Op de Proef kijkt dan heel zuiver of ze er wat mee kan. Als ze een klein ‘vlammetje’ ziet, kan Op de Proef iets met zo’n jongere. En als dat niet zo is, zegt zij het ook eerlijk.”
Sommige jongeren zien op tegen de eerste vijf dagen op Ameland. “Dat levert ook best moeilijke momenten op. Voor sommige jongeren is het te spannend of ze zijn niet gemotiveerd genoeg,” vertelt Karin. “Zo vertelde Natasja dat een jongere bij het eerste gesprek wegliep. Ze had geduld en maakte een tweede afspraak. Toen was de druk eraf en is het toch nog goed gekomen.”
Ouders zijn ook positief
Hoewel de cliënten zelf verantwoordelijk zijn, zijn de ouders soms bij de gesprekken. Karin: “Zowel ouders als jongeren zijn vaak op een punt dat ze het vertrouwen zijn kwijtgeraakt in de hulpverlening, en uiteindelijk heel blij zijn dat de stap is gezet naar Op de Proef.” Esther vult aan: “Ouders proberen soms al jarenlang via verschillende hulpverlening iets te bereiken voor hun kind, maar zien soms geen vooruitgang of dat hun kind niet ‘aanhaakt’.” Soms zijn ouders ook ‘bang’ dat Op de Proef niets voor hun kind is. “Het heeft bijvoorbeeld autisme en dan weten ze niet of het goed gaat in een groep. Dan vullen ze dat in voor het kind.”
Hofleverancier
Nieuwe aanmeldingen komen via De Weerde, via het wijkteam of via het Cimot binnen. Karin: “Wij noemen onszelf ‘hofleverancier’ van Op de Proef, omdat de meeste cliënten via ons komen.” Ze zijn zo enthousiast dat ze heel zeker zijn dat cliënten sneller door- en uitstromen en dat dat heel veel geld scheelt. “Wij zien vanuit Op de Proef dat jongeren, in vergelijking met reguliere beschermd wonen trajecten, sneller tot ontwikkeling en stabiliteit komen en daarmee eerder uitstromen richting zelfstandigheid. Dit heeft een positief effect op de wachtlijst (door snellere doorstroom), maar werkt tevens kostenbesparend op het beschermd wonen budget voor de gemeente Almelo.” Ze hopen dat Op de Proef kan uitbreiden naar Nijverdal en Rijssen in de toekomst. Verbeterpunten hebben ze niet. Alexandra: “Dat is heel uitzonderlijk, want we zijn best wel kritisch!”
Het team van Op de Proef staat om de jongere heen en steunt hem of haar in alle stappen. We doen het echt samen.
Maak kennisTypisch Op de Proef is dat wij écht contact opbouwen. Ons traject leunt daarop: deelnemers en de counselors en begeleiders vormen een hechte band. Die steun en het vertrouwen in elkaar zijn heel belangrijk voor de jongeren om zichzelf open te stellen, om te leren en te veranderen. We doen dan ook alle activiteiten met dezelfde groep.
Op de Proef is voor veel jongeren een nieuw begin; het moment waarop zij sinds lange tijd (of voor het eerst) keuzes maken die goed voor ze zijn. De positieve draai die deelnemers aan hun leven geven, maakt ons telkens weer trots!