Jochem is 19 jaar en zit er opgewekt bij. Voor hij enkele maanden geleden aan Op de Proef meedeed, lag hij de hele dag in bed. “Ik stond wel ingeschreven voor een studie, maar ik ging nooit. Behalve naar de feesten dan! Ik lag steeds overhoop met mijn ouders en gebruikte volop.” Vanwege alle ruzies ging hij in overleg met zijn begeleider een beschermd wonen traject in. “Ik wilde uit huis, dan kon ik doen en laten wat ik wilde! Ik kreeg een intake voor Op de Proef en een uitnodiging om mee te gaan naar Ameland.”
“Op de Proef leek niks voor mij. Het klonk heel sociaal en dat je heel open moest zijn. Beide dingen waren niets voor mij. Maar ik vond het wel het proberen waard. Mijn moeder was sceptisch en ook wel hoopvol. Op dat moment praatten we ook niet met elkaar, schreeuwen naar elkaar was alles wat we deden. Ik dacht ‘ik ga er wel zitten en luisteren. Na 12 weken krijg ik een kamer en dan kan ik mijn eigen dingen doen.’ Op dat moment zat ik al twee jaar thuis.”
Ik ga niet!
“Tot de avond ervoor dacht ik nog ‘ik ga niet mee’ en ik weet nog dat ik in de bus op weg naar Ameland dacht ‘zo diep ben ik gezonken, met 12 andere ‘mongolen’ in een busje op weg naar Ameland, waar ben ik aan begonnen?’. Op Ameland was het echter leuk en gezellig. Ik had meteen een klik met een paar mensen. Het was wel intensief, iedere dag hadden we een groepssessie. Die waren zwaar, leerzaam en nodig! De eerste drie dagen luisterde ik vooral, maar toen ik merkte dat anderen ook dingen vertelden, ben ik ook mijn verhalen gaan delen. Je bouwt een vertrouwensband met elkaar op.”
De zondag nadat hij terugkwam uit Ameland, heeft hij nog gebruikt. “Bij de groepssessie op maandag vertelde ik dat ik níet had gebruikt. Ik kreeg daarop allerlei positieve feedback ‘goed bezig’ en ‘wow, hoe doe je dat?’. Dat voelde niet goed. Ik ben me nu bewust van mijn verslaving, ik ben uit eigen wil gestopt. Daar wil ik niet meer naar terug.”
Met de wekelijkse sessies na Ameland had Jochem eerst wel moeite. “Ik ben geen ochtendmens, om op tijd mijn bed uit te komen is lastig voor mij. In het begin ging ik er dan ook met tegenzin heen. Maar later vond ik het erg de moeite waard. Het is gezellig met je nieuwe vrienden en je krijgt goede tips.”
Eigen schuld
Vanaf groep 3 werd Jochem al gepest. “Mijn ouders zeiden ‘dat is je eigen schuld’. Daarna heb ik jarenlang mijn gevoel onderdrukt, ik wilde niet dat iets me nog kon raken. Bij Op de Proef leer ik mijn gevoel weer kennen. De ‘gevoelskaart’ die we gebruiken helpt mij daarbij. En het erover hebben met anderen. Anderen herkennen nu ook als iets mij raakt. Dan gaat mijn mondhoek omhoog en dan gaan mijn ogen trillen.”
Tijdens het oudermoment heeft hij uitgesproken hoe gekwetst hij was door zijn ouders. “Zij boden daar hun excuses voor aan. Dat hadden ze al heel vaak gedaan, dat hielp niet.” Natasja zei: “Wat zeg jij dan als ze excuses aanbieden?” Ik zei dan altijd: “Maakt niet uit!” Ze gaf me de tip om nu echt boos te zijn en dat hielp inderdaad.” Jochem heeft nu ook geleerd mee te delen met zijn ouders. Nu hij niet meer thuis woont, is er meer ruimte tussen hen. Hij wil de band met hen nog verder verbeteren. “Het contact komt nu vanuit mij en is dus mijn keus. Het gaat echt beter tussen ons. Zij vinden het ook ‘fijn’ dat ik uit huis ben. Ik bepaalde thuis nogal de sfeer.”
Jochem vertelt dat hij door het luisteren het meest heeft geleerd. “Hé dat heb ik ook! Denk ik dan. En van hoe andere dingen aanpakken.” En van Natasja. “Dat vind ik zo’n wondermens! Ze weet precies hoe het zit en dan ook echt! Ze weet altijd en overal de vinger op de zere plek te leggen. Michiel en zij voelen feilloos aan als je liegt of iets verzwijgt.” Ook de andere begeleiders hebben hem geholpen: “Ze werken echt nauw samen als team en hebben een persoonlijke aanpak. Niet ‘uit het boekje’. Streng als het moet. En ze behandelen je niet als kind, maar als jongvolwassene.” De bijdrage van Jochem is zelf actief in de groep te zijn en vragen te stellen en door te vragen. “Ze zeggen vaak dat ik moeilijke vragen stel, vragen over dingen waar anderen het niet over willen hebben.”
Rust creëren
Jochem krijgt nu enkele uren per week begeleiding en gaat een keer per week nog naar Op de Proef. “Dat is ook nodig, anders verval ik misschien weer in mijn oude patroon. Het is een stok achter de deur.” Jochem werkt nu in de horeca en maakt veel uren. “Het zijn lange dagen, maar het is leuk werk en ik heb leuke collega’s.” In de toekomst wil hij misschien de hulpverlening in. “Maar daar ben ik nog niet mee bezig, ik moet eerst nog ‘oude rotzooi’ opruimen en rust creëren. Ik wil bovendien eerst een jaar werken. Studeren is niet goedkoop.”
‘Op de Proef: Lastig, maar wel nodig.’
Welke tip zou je jongeren geven die vastlopen maar twijfelen over Op de Proef?
“Probeer het gewoon, wat is het ergste dat je kan gebeuren! Je wordt er niet slechter van.”